Het voeren van een intakegesprek in de GGZ en in de jeugdzorg wordt vaak gezien als een relatief makkelijke opstap naar het ‘échte werk’ (het  uitvoeren van diagnostiek of het opzetten van een goede behandeling). Om die reden wordt in teams dan ook niet zo heel veel gesproken over de inhoud en vorm van de intakefase. Doodzonde vind ik, omdat een goede intake een hele hoop tijd kan besparen in het verloop van het verdere traject. Daarnaast kan een goede intake je helpen bij het opstellen van een écht goed behandelplan!

Bij deze een aantal tips om meer structuur in je intake aan te brengen:

 

Verzamel de klachten

Wanneer je een cliënt ziet voor een eerste intakegesprek heb je (hopelijk) al een beetje voorinformatie. In een verwijsbrief (van bv een huisarts) of een ingevuld aanmeldformulier van de cliënt zelf staat vaak de reden van aanmelding al beschreven. Dit kan een mooi aanknopingspunt zijn voor het uitvragen van de klachten (klachtenanamnese). Vaak is dit het moment dat je cliënt begint te vertellen: losse stukjes informatie waar jij zo snel mogelijk chocola van moet maken. Wat je in deze fase meteen kunt doen, is de informatie van je cliënt clusteren in verschillende thema’s. Je cliënt spreekt bv over concentratieproblemen, somberheid, vervelende gebeurtenissen, boze buien, enz, enz. Dit zijn allemaal aparte stukjes informatie. Als je deze thema’s stuk voor stuk in je intakeverslag uitwerkt, zie je in één oogopslag waar de problemen ongeveer over gaan.

Vervolgens wil je weten: waarom zijn deze klachten een probleem? Met het antwoord op deze vraag kun je namelijk vaststellen of de cliënt wel bij jou aan het goede adres is. Neem nou het voorbeeld van de concentratieproblemen. Die hebben we natuurlijk allemaal wel eens. Daar hoef je niet meteen voor naar de GGZ. Pas als je weet waarom deze klacht een probleem is (bv: ‘..en daarom krijg ik mijn werk nooit op tijd af, waardoor ik het hele weekend moet overwerken’), kan je je voorstellen dat iemand echt kan vastlopen.

De vertaling van klacht naar probleem is cruciaal om je cliënt een goede behandeling te kunnen bieden. Wanneer je deze stap overslaat loop je het risico om met enkel de  klachten te snel over te gaan tot specifieke verdiepende diagnostiek. Hiermee kan je de klachten wel een naam geven, maar dit zegt verder niet zo veel over de behandeling die voor deze cliënt geïndiceerd is.

 

Vraag naar de mogelijke verklaringen van het probleem

Wanneer je de klachten en problemen goed in kaart hebt, wil je weten hoe je cliënt denkt dat deze klachten zijn ontstaan. Dit worden ook wel de verklarende factoren genoemd. Grofweg kunnen de verklaringen in drie verschillende domeinen worden gezocht:

  • bij de cliënt zelf (‘ik heb al van kinds af aan moeite met stil zitten’)
  • bij het gezin van herkomst (‘m’n moeder was heel streng voor me en dat maakt dat ik nu heel onzeker ben’)
  • bij de bredere omgeving (‘ik ben op school erg gepest, waar ik nog herbelevingen van heb’).

Met de mogelijke verklaringen van het probleem, plaats je de klachten in een specifieke context. Dit geeft verdere aanknopingspunten voor het vervolg van het traject.

 

Bespreek de veranderwensen van de cliënt

Ten slotte wil je natuurlijk graag weten wat de hulpvraag van je cliënt is. Wat zou je cliënt graag anders zou zien in zijn/haar leven? En dan vooral gerelateerd aan zijn/haar eigen gedrag. Dus ‘wat wil jij gaan doen, zodat je klacht (en daarmee het probleem) zal verminderen?’ Als je de vraag op deze manier stelt, impliceer je daar meteen mee dat de cliënt zelf aan het roer staat van zijn/haar behandeling. Als behandelaar kunnen wij de middelen aanreiken, maar de cliënt zelf heeft de regie over het bereiken van zijn/haar doelen. Hoe beter het je lukt deze veranderwensen concreet te maken, hoe makkelijker het wordt om hier tijdens de behandeling op te sturen. Een veranderwens als ‘ik wil weer gelukkig zijn’ is hiervan een mooi voorbeeld. Hoe invoelbaar het ook is dat iemand dat nastreeft, het is nauwelijks concreet te maken. Vraag dan ook door naar concreet gedrag: ‘…en als je je dan weer gelukkig voelt…wat doe je dan weer wat je nu niet meer doet…?’

 

En dan nog even dit…

bij de meeste GGZ-instellingen zijn afspraken over het aantal intakegesprekken dat gevoerd mag worden. Eén of twee hoor ik vaak, meer dan dat is echt een uitzondering. Maar helaas…niet elke cliënt trekt zich hier iets van aan. Hoe goed je  ook voorbereid bent, wanneer je cliënt tegenover je hoog in de spanning zit, zelf weinig zicht heeft op de klachten, of niet de juiste woorden heeft om te vertellen wat er speelt, dan kost het gewoonweg meer tijd om dit op een rijtje te zetten! Wanneer je je in dergelijke situaties netjes houdt aan de afgesproken één of twee gesprekken, kan ik je bijna garanderen dat dit je op een later moment tijd gaat kosten.

Mijn laatste tip is dus: neem je tijd! Je intakefase is in mijn ogen pas echt klaar, als je helder kunt verwoorden en onderbouwen wat de volgende stap moet gaan zijn.

 

Checklist

Om bij jezelf goed te kunnen checken of je in je intake alles hebt gevraagd wat je wil weten, heb ik een handige checklist gemaakt. Ik heb het bij mijn intakes vaak op tafel liggen, waardoor zowel ik als mijn cliënt goed kan zien welke informatie er is en wat er nog aangevuld moet worden. Wil jij deze checklist ook gebruiken? Klik op de button hieronder en ik stuur ‘m je toe!

Pin It on Pinterest

Even overleggen?