Afgelopen week had ik een interessant gesprek met één van mijn supervisanten. Ze beschreef een cliënte van 17 jaar met forse angstklachten waardoor het niet meer goed lukte naar school te gaan en haar sociale contacten te onderhouden. Ook het contact met haar ouders verliep moeizaam. Zo op het eerste gezicht een prima casus voor de GGZ zou je denken. Klachten passend binnen het DSM-kader en lijdensdruk op meerdere belangrijke levensgebieden. Als hulpverlener zijn we dan snel geneigd onze mouwen op te stropen en aan de slag te gaan…

Twijfels

Echter…de cliënt had haar twijfels. Hoewel ze trouw op haar afspraken verscheen, was ze het niet eens met het ingezette behandelbeleid. Ze wilde geen aanvullend gesprek met een psychiater (omdat er ook vermoedens van bredere psychiatrische problematiek waren) en stond niet open voor een gesprek samen met haar ouders. Dit maakte dat het beeld op de cliënt gefragmenteerd bleef en de behandeling niet helemaal lekker liep.

Afsluiten of niet…

En wat doe je dan…?? We bespraken hoe er een tweedeling ontstond in het team: de ene helft vond het belangrijk dat er toch doorbehandeld zou worden, omdat de problematiek te fors was om ‘te laten gaan’. Wie weet in wat voor ellende deze cliënte dan nog meer terecht zou komen… Beter een halve behandeling dan geen behandeling, een beetje die gedachte. En wie weet…zou de cliënt gaandeweg tot inkeer komen.
De andere helft keek er anders tegenaan: om een goede behandeling te kunnen bieden heb je van je cliënt nodig dat alles bespreekbaar is. Vanuit ons professionele kader geven wij een advies, en de keus is aan de cliënt om dit advies al dan niet op te volgen. Wanneer een cliënt hier niet voor open staat of er nog niet aan toe is, even goede vrienden, maar dan wordt de behandeling afgesloten en komt er plek vrij voor een andere cliënt die mogelijk al wel zo ver is.
En ook…moeten de ouders nou wel of niet betrokken worden, gekeken naar de zorgen over de psychiatrische problematiek?

 

Wat zou jij doen?

Super interessante discussies zijn dit natuurlijk, waarbij er geen goed of fout bestaat. Wél benadrukt dit maar weer hoe hard je je team in dit soort situaties nodig hebt om samen tot een weloverwogen beslissing te komen. Veel van mijn supervisanten die in opleiding zijn kijken bevreesd uit naar het eind van hun opleiding omdat ze ‘het’ als regiebehandelaar dan alleen moeten doen of kunnen. Maar deze casus illustreert nou precies dat dat niet bestaat: zoveel collega’s zoveel meningen, de waarheid of het ‘goede doen’ bestaat helemaal niet! Het enige wat je in mijn ogen in dergelijke situaties ‘fout’ kunt doen, is dit in je eentje willen oplossen…
Hoe wordt er in jouw team samengewerkt in dit soort ingewikkelde casussen?

Pin It on Pinterest

Even overleggen?